Sinds de val van Khadaffi is Libië in de greep van oorlog. De laatste jaren spelen belangen van externe actoren een steeds grotere rol. Terwijl de Verenigde Arabische Emiraten, Egypte en Rusland zich achter het Libyan National Army (LNA) van generaal Haftar scharen, kan de Governement of National Unity (GNU) rekenen op de militaire steun van Turkije. Op de achtergrond spelen nog meer belangen: Europese wapenbedrijven verdienen immers grof geld aan de wapenexport naar Turkije, de VAE en Egypte.
Turkije schendt VN-wapenembargo
Turkije levert al minstens sinds mei 2019 wapens aan de Governement of National Accord (GNA), de voorloper van de Governement of National Unity. Vanaf november 2019 werd de militaire bevoorrading drastisch opgeschaald, nadat een militair samenwerkingsakkoord afgesloten werd. Dat is een flagrante schending van het wapenembargo dat al in 2011 door de VN-Veiligheidsraad tegen Libië werd ingesteld. Met het akkoord proberen Turkije en de GNU aan de militaire samenwerking een zweem van legaliteit te geven.
Turkije voert massaal luchtafweergeschut, drones, pantserwagens, tanks met zwaar geschut en elektronische oorlogsvoeringsmachines aan. Maar Turkije doet meer dan enkel materiële bevoorrading. Eind 2020 sprak de Syrian Observatory for Human Rights van 18.000 Syrische huurlingen die door Turkije naar Libië overgebracht waren om voor de GNA te vechten. Daanaast stonden honderden Turkse militairen in voor de besturing van drones, de luchtafweer bij de luchthavens en het aansturen van de Libische milities. Ook Turkse fregatten met luchtafweergeschut werden ingezet langs de Libische kust.
Dankzij de Turkse steun werd de poging van het Libyan National Army om Tripoli te veroveren in 2019 afgeslaan. Daarna zette de GNA een tegenoffensief in. Beide kampen maakten zich schuldig aan zware schendingen van het internationaal humanitair recht. Daarbij vielen minstens 300 burgerslachtoffers en werden 150.000 mensen op de vlucht gedreven. Met de steun van de United Nations Support Mission in Libya (UNSMIL) vonden onderhandelingen plaats tussen beide partijen, wat eind oktober 2020 leidde tot een wapenstilstand.